En dan is hier eindelijk… tromgeroffel… MIJN EERSTE EIGEN HAAKPATROON!
Ik heb gekozen voor de naam ‘Miss Daisy sjaal’ omdat Daisy zó enthousiast was dat ik het leuk vond om haar een eervolle vermelding te geven. En ik vind het ook gewoon een hele mooie naam voor deze sjaal!
And now I can finally present you… drum roll… MY VERY FIRST CROCHET PATTERN!
I decided to name this pattern the ‘Miss Daisy shawl’. Daisy was so enthusiastic that I liked to give her the honour. And of course I just really like the name! Scroll down for the English pattern (US terms)
Haakpatroon Miss Daisy sjaal
Laat ik beginnen met nog eens benadrukken dat dit mijn eerste patroon is. Mochten er ergens fouten staan of kom je er niet uit? Laat het me dan alsjeblieft weten! Dan pas ik het patroon zo snel mogelijk aan!
Het is eigenlijk helemaal niet zo’n moeilijk patroon. Kind kan de was doen, zou ik bijna zeggen 😉 Maar nee, het is handig als je al een klein beetje kunt haken, maar dan kan iedereen deze sjaal maken. Als je het reliëfstokje eenmaal door hebt, haakt hij ook heerlijk weg!
Voor deze sjaal heb je nodig: * +/- 1000 m. garen naar keuze (ik heb gekozen voor de Scheepjes Whirl) * Een bijpassende haaknaald (ik heb gekozen voor naald 4,5 omdat ik vast haak en graag soepele sjaals haak. Hier kun je zelf een beetje mee stoeien tot je het gewenste effect hebt)
Gebruikte steken in dit patroon: * lossen * halve vasten * vasten * stokjes * dubbele stokjes (sla de draad 2 keer om de naald, maak nu een stokje. Laat de draad steeds door 2 lussen gaan. Je gewone stokje wordt dus iets langer. klik HIER voor YouTube uitleg) * reliëfstokjes (steek de naald niet in het v-tje van de onderliggende steek, maar tussen het onderliggende stokje door. Je steekt hem achterlangs in. Klik HIER voor YouTube uitleg)
HET PATROON 1. haak 8 lossen. Sluit de lossenketting tot een ring met een halve vaste in de 1e losse. Draai het werk.
2. Haak 4 lossen. Dit telt als je 1e dubbele stokje. Haak 7 dubbele stokjes in de ring. Haak 1 losse. Haak 8 dubbele stokjes in de ring. Draai het werk.
3. Haak 6 lossen bovenop het 1e dubbele stokje van de vorige rij. Deze tellen als 1 stokje en een lossenboog. Haak 7 reliëfstokjes op de volgende 7 dubbele stokjes van de vorige rij. Haak een lossenboog van 5 lossen. Haak 7 reliëfstokjes in de dubbele stokjes van de vorige rij. Haak 3 lossen en 1 stokje in de bovenste van de 4 lossen van de vorige rij. Draai het werk.
Een reliëfstokje Pak de draad op alsof je een gewoon stokje gaat haken. Steek de naald niet door het v-tje van het vorige (dubbele) stokje, maar steek je naald aan de voorkant rechts naast het stokje waar je in wilt werken. Steek je naald achter dit stokje door en haal hem weer naar voren. Pak de draad op en haal de draad achter het stokje waar je in werkt langs. Haak je reliëfstokje vervolgens af als een gewoon stokje: draad pakken, door 2 lussen halen, draad pakken, door 2 lussen halen.
4. Haak 4 lossen. Dit telt als je eerste dubbele stokje. Haak vervolgens 7 dubbele stokjes in de lossenboog. Haak 1 vaste in het 4e reliëfstokje van de vorige rij. 7 dubbele stokjes in de volgende lossenboog. 1 losse en 7 dubbele stokjes in dezelfde lossenboog. Haak 1 vaste in het 4e reliëfstokje van de vorige rij. 8 dubbele stokjes in de volgende lossenboog. Draai het werk.
5. Haak 6 lossen boven het eerste dubbele stokje uit de vorige rij. Haak 7 reliëfstokjes in de volgende 7 dubbele stokjes. 5 lossen. 7 reliëfstokjes in de volgende 7 dubbele stokjes. 5 lossen. 7 reliëfstokjes in de volgende dubbele stokjes. 5 lossen. 7 reliëfstokjes in de volgende dubbele stokjes. Lossenboog van 3 lossen. 1 stokje in de bovenste van de 4 lossen van de vorige rij. Draai het werk.
6. Haak 4 lossen. Haak 7 dubbele stokjes in de lossenboog van de vorige rij. 1 vaste in het 4e reliëfstokje van de vorige rij. 7 dubbele stokjes in de lossenboog. 1 vaste in het 4e reliëfstokje van de vorige rij. 7 dubbele stokjes in de lossenboog, 1 losse en 7 dubbele stokjes in dezelfde lossenboog. 1 vaste in het 4e reliëfstokje van de vorige rij. 7 dubbele stokjes in de lossenboog. 1 vaste in het 4e reliëfstokje. 8 dubbele stokjes. Draai het werk.
Vanaf hier herhaal je steeds rij 5. en 6. Let erop dat in de buitenste 2 lossenbogen (de hoeken) steeds 8 dubbele stokjes of 4 lossen en 7 dubbele stokjes komen. In alle andere lossenbogen maak je steeds 7 dubbele stokjes. In de lossenboog in de punt haak je altijd 7 dubbele stokjes, 1 losse, 7 dubbele stokjes.
Je kunt ervoor kiezen om een mooie rand om je sjaal te haken. Ik heb ervoor gekozen om de sjaal helemaal om te haken met vasten. Ik vond de kleuren en de steken al zoveel effect geven, dat ik een rand niet meer nodig vond. Maar dat is natuurlijk helemaal afhankelijk van welk garen je gebruikt en van je eigen smaak. Succes!
Crochet pattern Miss Daisy shawl
Let’s start by saying this is my very first crochet pattern. If there are any faults or difficulties, please let me know. I’ll try and fix them asap! Also, this pattern is written in US terms.
For this shawl you’ll need: * approx. 1000m. yarn (I used Scheepjes Whirl) * a matching crochet hook (I used a 4.5 mm hook because I liked the look of my work more with a bigger hook. Just play around and see what works best for you)
Crochet stitches used in this pattern: * chainstitch * slipstitch * single crochet * double crochet * triple crochet (pull up two loops of yarn (next to the loop already on your hook), insert your hook in the stitch, pull up another loop. Now finish the stitch like any other double crochet, pulling yarn through two loops at a time. Your triple crochet will be a little taller than a double (which is the point!). Find a YouTube tutorial HERE) * front post double crochet (fpdc) (start like a double crochet, pulling up a loop of yarn before inserting in the stitch. Instead of inserting your hook into the v-shape of the double (or triple) crochet you want to work in, insert your hook on the right side next to the stitch. Come back to the front of your work at the other side of the double (or triple) crochet. Pull up a loop of yarn, take it around the stitch you’re working in. Now finish off like a normal double crochet. Find a YouTube tutorial HERE)
THE PATTERN
1. Make a chain of 8 chainstitches. Close to a circle with a slipstitch in the first chain. Turn.
2. 4 chains. These count as your first triple crochet. Make 7 triple crochets in the circle. Chain 1. Make 8 triple crochets in the circle. Turn.
3. Chain 6 on top of the last triple crochet. These count as 1 double crochet and chain 3. Make 7 front post double crochets in the next triple crochets of the last row. Chain 5. Make 7 front post double crochets in the next triple crochets of the last row. Chain 3. Make 1 double crochet in the top of the chain 4 of the last row. Turn.
Front post double crochet To make a fpdc, yarn over. Insert your hook on the front of your work, on the right side of the stitch you want to work in. Push your hook behind that stitch and come forward on the left side of that stitch. Yarn over. Pull the yarn around the stitch and up. You’ll have 3 loops on your hook. Finish the stitch like a normal double crochet: yarn over, pull through 2, yarn over, pull through 2.
4. Chain 4. Make 7 triple crochets in the chain 3 of the last row. Single crochet in the 4th fpdc of the last row. 7 triple crochets in the chain 5 of the last row. Chain 1. 7 triple crochets in the same chain 5 of the last row. Single crochet in the 4th fpdc of the last row. 8 triple crochets in the chain 6 of the last row. Turn.
5. Chain 6 on top of the last triple crochet. These count as a double crochet and a chain 3. Make 7 fpdc in the next 7 triple crochets of the last row. Chain 5. Make 7 fpdc in the next 7 triple crochets. Chain 5. Make 7 fpdc in the next 7 triple crochets. Chain 5. Make 7 fpdc in the next 7 triple crochets. Chain 3. Make 1 double crochets in the top of the chain 4 of the last row. Turn.
6. Chain 4. Make 7 triple crochets in the chain 3 of the last row. 1 single crochet in the 4th fpdc of the last row. 7 triple crochets in the chain 5. 1 single crochet in the 4th fpdc. 7 triple crochets in the chain 5. Chain 1. 7 triple crochets in the same chain 5. 1 single crochet in the 4th fpdc. 7 triple crochets in the chain 5. 1 single crochet in the 4th fpdc. 8 triple crochets in the chain 3. Turn.
From here on you’ll be repeating 5. and 6. Make sure that every corner starts with chain 4 + 7 triple crochets and ends with 8 triple crochets. In the middle chain 5 you’ll always make 7 triple crochets + chain 1 + 7 triple crochets. Keep repeating until your shawl has the size you desire or until you run out of yarn!
You can choose to make a nice border on your shawl or, as I did, just crochet around using single crochets. I thought the colours of the yarn and the stitches were interesting enough to not add a fancy edging. But to each his own, so feel free to add any border you like!
Comments